Echt
Het is moeilijk te ontdekken door welke factoren een bepaald woord in de mode raakt. Het woord ‘echt’ is er zo een. Het wordt te pas en te onpas maar – erger – onnoemelijk vaak gebruikt. Zowel in spreek-, als in schrijftaal. Sommigen doen er een schep bovenop door met felle intonatie het woord twee tot drie keer te gebruiken. ‘Deze manager deugt echt, echt, echt van geen kanten’. Die persoon kan vermoedelijk zijn of haar knopen wel tellen.
Overmatig gebruik leidt tot irritatie. Zeker bij mij. Mijn allergie gaat zover dat ik bij het lezen van boeken en artikelen consequent met pen het woord wegstreep. Zelden strekt dat tot nadeel.
Ik vroeg me af welke betekenissen ‘echt’ kan hebben. Ook wilde ik ontdekken welke motieven – impliciet of expliciet – mensen blijkbaar hebben om het woord zo vaak te gebruiken.
Ik kan me nog herinneren dat mijn kinderen er mee thuis kwamen. Het was ‘echt niet’ of ‘echt wel’. Meer smaken had je niet. Het is de bekendste variant, namelijk de neiging om ergens de nadruk op te willen leggen. Ze bleven kort van stof, maar je kreeg een woordje extra.
Schrijvende journalisten doen niet onder. Polemieken zijn het strijdtoneel van motieven en motiveringen en, uiteindelijk, van het gelijk. Deze toepassing is om zich ergens tegen af te zetten. In de Volkskrant van zaterdag 9 februari 2013 schrijft Jonathan van het Reve, als reactie op opvattingen en acties van Jelle Brandt Corstius: Occupy was gewoon écht veel te vaag, … Zo’n opgeblazen zinnetje, zo vergaat het mij, overtuigt niet. Het woordje ‘gewoon’ mag trouwens ook weg.
Guy Verhofstadt, die ik als politicus en intellectueel maar ook als woordkunstenaar enorm waardeer, doet in het boek ‘Voor Europa’ de volgende oproep: ‘…Eis een kwantumsprong, één grote sprong in de richting van een echt verenigd en federaal Europa’. Hij zet zijn ambitie voor een Europese gemeenschap die politiek, economisch, fiscaal en ook op buitenlandse zaken en defensie sterk verbonden is af tegen de slappe gestalte die de Unie in zijn ogen nu is. Streep het door en herlees! Dan zie je dat de nadruk meer op de woorden verenigd en federaal komt te liggen. Daar gaat het toch om? Misschien is echt in deze context wel een uitdrukking van passie. Bij Verhofstadt kan ik me dat goed voorstellen. Dat stemt me in dit en soortgelijke gevallen milder.
Bestuurders en politici, premier Rutte voorop, zijn grootgebruikers. In debatten en interviews vliegt het echt je om de oren. Bij hen meen ik inmiddels te ontdekken wat een plausibele reden kan zijn voor hun frequente gebruik. Het woord helpt, denken ze, om meer aandacht op zich te vestigen en om meer erkenning te krijgen voor het standpunt dat ze uitdragen. Aandacht en erkenning. Maar helaas. Echt is danig aan inflatie onderhevig en ontkracht gaandeweg meer dan dat het kracht bijzet. Een averechts effect dus. Eén voordeel: je hoeft er niets voor in de plaats te verzinnen. Besteed wat meer aandacht aan de betekenis van de zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die je al gebruikt. Onderbouw gekozen standpunten of beweringen met argumenten. Je zult zien dat dat volstaat. Echt!
Vandaag
Onderdanen
Graag of niet maar onderdanen zijn we allemaal. In eerste instantie doet het woord denken aan totalitaire regimes waar de staat of de vorst de… Lees verder OverzichtRecent toegevoegd
Meestgelezen
- Home (4.682)
- Over mij (1.942)
- Van hospitalisering naar hospitality (1.758)
- Diensten (987)
- Vloeibare tijden (824)
- Contact (622)
- Bestuurlijke drukte (461)
- Trots (421)
- Hoed u voor mensen die iets zeker weten (342)
- Tijd, moderniteit en individualiteit: wie of wat… (332)