Pleidooi voor populisme

dinsdag 13 augustus 2013 | In Recensies Reacties uitgeschakeld voor Pleidooi voor populisme

dave

Auteur David van Reybrouck | Titel Pleidooi voor populisme | Uitgever De Bezige Bij | Jaar 2011 (Nederland), oorspronkelijke uitgave in België bij Em. Querido’s Uitgeverij 2008 |

Inleiding en aanleiding

In het stapeltje boeken over populisme, valt de titel ‘Pleidooi voor populisme’ op. Veel auteurs, zoals Anton Zijderveld (Populisme als politiek drijfzand), Maarten van Rossem (Waarom is de burger boos?), Willem Schinkel (De nieuwe democratie, de hoofdsdtukken 2 en 3 van deel I) en, niet te vergeten, de Belgische politicus Karel de Gucht die in 2007 Pluche, over de banalisering van extreemrechts uitbracht, grijpen de pen om het te definiëren en het als (internationaal) maatschappelijk verschijnsel te doorgronden. Een aantal van hen grijpt de kans om hun tegenzin van zich af te schrijven. Maar David van Reybrouck legt in zijn boekje de weg af van ‘Populisme versus democratie’ naar ‘Populisme als democratie’. Dat maakte nieuwsgierig.

Onderwerp

Populisme is een geliefd gespreksonderwerp dat aanzet tot uiteenlopende reflecties op de betekenis van de democratie. In dat discours zijn verschillende opvattingen over de democratie te ontwaren. Er zijn aanhangers van de gedachte dat de vertegenwoordigende democratie bedoeld is als een mandaat die de kiezer geeft aan gekozen Kamerleden en hun partijen, in het vertrouwen dat die hun kennis en inzet ten volle aan het parlementaire werk zullen geven. De andere stroming vindt dat de gekozene op zijn plaats in het parlement maximaal de stem van het volk moet vertolken.

Inhoud

Het boekje, de auteur noemt het een essay, biedt in hoofdzaak een uitwerking van tegenstellingen: de diplomademocratie (de kloof tussen hoog- en laag opgeleid), de cultuurkloof en andere maatschappelijke breuklijnen tussen rijk en arm, autochtoon en allochtoon. De samenstelling van het parlement in zowel België als Nederland is er een illustratie van. Hoogopgeleiden zijn oververtegenwoordigd; waar ongeveer 8% van de bevolking aan de Universiteit heeft gestudeerd, bevolken zij 80% van de zetels. Tien keer zo veel dus.

Positief te duiden, vindt de auteur, is dat mensen die populistisch stemmen, minstens nog betrokkenheid tonen, niet afhaken, zelfs op hun eerder afhaken terugkomen. Zij geven er blijk van niet (langer) buitenspel te willen staan. In die zin kan hun stem een uiting zijn van protest en aversie jegens de gevestigde partijen. Echter niet door bij verkiezingen thuis te blijven of (in België waar een opkomstplicht geldt) blanco te stemmen. Het wordt tijd om de besognes van populistische kiezers serieus te nemen

Van Reybrouck waarschuwt voor het duister populisme. Dat zijn inspanningen die gericht zijn op bedreiging, zelfs ondermijning van de democratische rechtsvorm. Populisten die de volkswil ten volle menen te kennen en om die reden aanspraak maken op het bezetten van het centrum van de macht, ontkennen daarmee de lege plaats van de macht. In de open samenleving waarin steeds weer nieuwe vraagstukken opduiken en uiteenlopende denkbeelden over het oplossen daarvan, is het innemen van de macht altijd van tijdelijke aard en komt dat toe aan partijen die in die tijd, gegeven die verkiezingsuitslag rechtmatig aanspraak daarop mogen maken.

Maar zo lang populistische partijen zich aan de principes en de regels van de democratie houden, zorgen zij voor blootlegging van breuklijnen en dwingen daarmee alle andere partijen om serieus te nemen wat daar mogelijk speelt en werk te maken van het overbruggen van ontwrichtende verschillen.

Commentaar

David van Reybrouck (1971) is onnoemelijk veelzijdig. Hij studeerde archeologie en filosofie, hij schrijft romans en dichtbundels, teksten voor toneel en theater, werkt als freelancer voor De Morgen en nog meer. Van deze alleseter en, naar het schijnt, allesweter koesterde ik hoge verwachtingen en die heeft hij ten volle waargemaakt. Hij keert zich tegen democratie die louter de resultatnte is van verkiezingscampagnes en verkiezingsuitslagen en toont zich daarentegen een pleitbezorger van een participatieve en beraadslagende democratie die gericht is op betrokkenheid van burgers en dialoog tussen groepen, ook al lijken die mijlenver van elkaar te staan.

Woord

Bladzijde60 Postdemocratie
Van Reybrouck gebruikt dit woord voor een politiek bestel in wording dat weliswaar de verschijningsvorm van de democratie heeft, in de vorm van verkiezingen, rechtsstaat, openbaarheid, controleerbaarheid, maar van binnen grondig daarvan verschilt door haar gedistantieerde, elitaire en regenteske manier van functioneren.
Bauman schrijft indringend over de ontzagwekkende stromen vluchtelingen, vooral in het Afrikaanse continent. Hun lot is terecht te komen in vluchtelingenkampen die in de buurt van de brandhaarden worden opgericht. Mensen leven daar als bannelingen. Zij moeten erin en mogen er niet uit. Totdat wordt verklaard dat het land van herkomst ‘veilig’ is. Dan moeten zij daarnaar terug, ook al is dat hun thuisland niet meer en heeft het hun niets meer te bieden.

Zin

Bladzijde 67, hoofdstuk 3: Het zijn de laatste zinnen van het essay: Misschien moeten we vandaag de dag ook maar eens besluiten dat het lot van de laaggeschoolde te belangrijk is om aan het duister populisme over te laten. In een kennismaatschappij als de onze kunnen we ons dus maar beter gaan bekommeren om de laaggeschoolde, zowel allochtoon als autochtoon.

Vandaag

21-augustus-2013

Onderdanen

Graag of niet maar onderdanen zijn we allemaal. In eerste instantie doet het woord denken aan totalitaire regimes waar de staat of de vorst de…                      Lees verder Overzicht